Grafiek in illustratie; litho, ets, droge naald, monoprint en linosnede.

Studio BLiQ gebruikt geregeld grafiek technieken om illustraties te maken. Ze geven een andere sfeer dan werken met potlood of pen. Omdat er vanaf een drager wordt afgedrukt op papier speelt toeval een rol bij het eindresultaat. Ook zijn de lijnen vaak grilliger dan bij rechtstreeks tekenen op papier.

‘Lithografie’ is afgeleid van de Griekse woorden lithos (steen) en grafein (tekenen/schrijven) en betekent steendruk. Lithografie maakt gebruik van het vet in het tekenmateriaal en in de drukinkt. Als drager van de tekening dient kalksteen. Wanneer de tekening op de steen af is wordt de steen vochtig gehouden en het tekenmateriaal vervangen door drukinkt (zie Techniek). Met een pers wordt de geïnkte tekening overgebracht op papier.

Een monoprint is een druktechniek waarbij slechts één afdruk kan worden gemaakt. De techniek wordt ook wel monotype of monotypie genoemd.

De linosnede of linoleumsnede is een hoogdruktechniek, waarbij een afbeelding wordt uitgesneden uit een stuk linoleum en daarna in de inkt gezet en afgedrukt.

Een ets is een afbeelding gemaakt in diepdruktechniek van een koperen of zinken plaat waarin de afbeelding door zuur geëtst is.

Een droge naald is een diepdruktechniek uit de prentkunst waarbij men, doorgaans door middel van fijne, staalharde etsnaalden, een tekening krast in een koperen plaat. Wanneer men in een etsplaat krast, ontstaat er een ‘braam’. Dit is een opstaand randje naast de getekende lijn, waaronder zich ook inkt hecht. Hierdoor ontstaat bij het afdrukken een ietwat fluweelachtige lijn, die typerend is voor de drogenaaldtechniek. (Bron: Wikipedia)